Algemeen
Alpaca’s en lama’s zijn behoren tot de groep van de kameelachtigen en zijn evenhoevige dieren (net zoals runderen, geiten en schapen). Ze hebben in tegenstelling tot de andere herkauwers 3 in plaats van 4 magen. Het zijn de gedomesticeerde nakomelingen van wilde varianten die in Zuid-Amerika leven. Doorgaans zijn het rustige en sterke dieren aangezien ze vroeger als lastdier, maar ook voor de wol en het vlees werden gebruikt.
Lama’s hebben een schofthoogte van 1-1,2 meter en kunnen volwassen 130-200 kilogram wegen. Alpaca’s zijn kleiner en hebben een schofthoogte van 80-90 centimeter en wegen volwassen 50-90 kilogram. Gemiddeld worden lama’s en alpaca’s 15 tot 20 jaar oud.
Lama’s en alpaca’s zijn kuddedieren (tot wel 20 dieren) waarbij meestal één mannetje dominant is en meerdere vrouwtjes met jongen heeft. Ze kunnen erg territoriaal zijn en kunnen als ze samen met schapen of geiten gehouden worden als beschermer van de kudde optreden wat soms tot agressief gedrag kan leiden. Bij het samenstellen of veranderen van een kudde moet altijd worden vastgesteld wie de leider is. Over het algemeen zijn alpaca’s zachter van aard van lama’s.
Een mannelijk dier wordt een hengst of ‘macho’ genoemd en een vrouwelijk dier een merrie of ‘hembra’. De paartijd kan het hele jaar plaatsvinden en de paring gebeurt liggend en kan wel 10 minuten duren. De draagtijd bedraagt 11 tot 12 maanden, waarna er meestal één jong, ‘cria’, geboren wordt. Vervolgens wordt er 5 tot 6 maanden bij de moeder gedronken en zijn de mannetjes na 2 tot 3 jaar vruchtbaar en de vrouwtjes al na ongeveer een jaar. Bij fokken is het verstandig om te wachten tot het vrouwtje anderhalf tot twee jaar oud is.
Verzorging, huisvesting en voeding
Verzorging:
Lama’s en alpaca’s moeten minimaal één keer per jaar worden geschoren, daarnaast kan het nodig zijn om hun nagels te bekappen als deze te lang worden. De tanden groeien het hele leven lang door en moeten dus goed slijten, als dit niet het geval is kan het nodig zijn om een gebitsbehandeling uit te laten voeren door een dierenarts.
Lama’s en alpaca’s zijn geen knuffeldieren, al zien ze er misschien wel zo uit. Overtollige aanrakingen kunnen veel stress opleveren. Het is wel verstandig om ze al vanaf een jonge leeftijd te trainen om verzorgende handelingen toe te laten. Zo kunt u ze trainen om een halster om te doen en het bekijken en behandelen van de nagels. Knuffel ze echter niet want bij bedreiging kunnen ze flink schoppen, bijten en spugen. Het is bekend van mannetjes dat als ze met de fles worden grootgebracht en de mens als soortgenoot gaan zien ze erg agressief gedrag kunnen gaan vertonen.
De beste manier om ze te vangen is om ze hier in eerste instantie in te trainen. Drijf de dieren in een kleine omheining met hekken van minimaal 1,40meter hoog. Vervolgens kunt u de dieren rustig benaderen en aanraken en eventueel voeren. Om het dier goed vast te houden is het verstandig om één arm om de hals te doen waarmee u het dier tegen u aandruk en met de andere hand op de schouderbladen om steigeren te voorkomen.
U kunt uw lama of alpaca laten chippen en in het desbetreffende stamboek laten registreren om identificatie makkelijker te maken.
Huisvesting:
Omdat lama’s en alpaca’s kuddedieren zijn moeten ze in groepen gehouden worden. Eén mannetje met meerdere vrouwtjes is een optie, maar dan bestaat er wel een kans op voortplanting. Een groep van alleen maar vrouwtjes kan ook en een groep van gecastreerde mannetjes is ook nog een mogelijkheid.
De dieren hebben voldoende ruimte nodig en een weide van 2000m2 wordt als groot genoeg gezien voor twee dieren. Het mag niet te drassig of te nat zijn, op die manier slijten de nagels ook niet. Daarom is het handig om een verhard stuk rondom de stal te hebben zodat de nagels ‘natuurlijk’ kunnen slijten. Ook vinden lama’s en alpaca’s het heerlijk om een zandbad te nemen en zo voor hun vacht en huid te zorgen, dus een soort zandbak zullen ze erg op prijs stellen. Bij erge hitte kan een soort poeltje of een watersproeier voor verkoeling zorgen. Daarnaast is beschutting/schaduw in de vorm van bomen of struiken ook prettig.
De stal moet dusdanig groot zijn dat elk dier minimaal 2m2 heeft. Voor lama’s moet de omheining/hek minimaal 1,5meter hoog zijn en voor alpaca’s 1,2meter. Belangrijk voor het hekwerk is ook dat het eventuele roofdieren buiten moet houden, dus het is verstandig om het hek ook een stuk in de grond te doen. Prikkeldraad blijft in de vacht steken en schrikdraad voelen ze pas als ze erin verstrikt zitten, deze zijn beide dus niet bruikbaar. Denk er ook om dat de dieren niet met hun kop vast blijven zitten in het hek.
Voeding:
Lama’s en alpaca’s zijn strikte planteneters en herkauwen hun voedsel. Ruwvoer in de vorm van hooi van goede kwaliteit en gras moet onbeperkt beschikbaar zijn. Daarnaast kunt u de dieren twee keer per dag met speciale brok voeren die verder voorziet in de vitamine-en mineralenbehoefte. Verder kunt u de dieren ook wortelen en/of bieten geven. Daarnaast is het belangrijk dat elk dier zijn of haar eigen voerplek heeft die ongeveer 1 tot 3 meter uit elkaar staat en op een hoogte van ongeveer 1 meter hangen/staan voor volwassen dieren. Let wel op dat de dieren niet te dik worden, ze krijgen snel te veel voer. Schoon en vers drinkwater moet ten allen tijde beschikbaar zijn!
Het is in de weide belangrijk dat er geen giftige planten staan zoals Jacobskruiskruid of taxus.
Ziektes
Als een lama of alpaca veel jeukt, kreupel loopt, niet meer eet, diarree heeft, knarsetandt of veel gaan liggen is er iets aan de hand.
Lama’s en alpaca’s kunnen last krijgen van schurft(mijten) wat jeuk kan veroorzaken en last van diarree door bijvoorbeeld worminfecties. Het is dan ook belangrijk om de dieren 2 keer per jaar te ontwormen. Schurft is erg besmettelijk en kan overgaan op de mens, pas in dat geval dus goed op en raadpleeg de dierenarts
Kreupelheden kunnen ontstaan door te lange nagels of omdat hier dier bijvoorbeeld zich verstapt heeft of in iets scherps is gaan staan. Belangrijk is om de oorzaak te achterhalen.
Indien een dier veel gaat liggen en knarsetanden is er sprake van koliek(buikpijn) en moet zo spoedig mogelijk een dierenarts worden geraadpleegd. Het kan namelijk levensbedreigend zijn afhankelijk van de oorzaak. Soms kunnen maagzweren hierin een rol spelen.
Het is erg belangrijk om de dieren één tot twee keer per jaar te laten vaccineren tegen de Clostridium bacterie, ook wel bekend als ‘het bloed’. Dieren die niet zijn ingeënt en hierdoor ziek worden hebben een erg grote kans op overlijden.
Al met al komt er nog heel wat kennis en kunde kijken bij het houden van lama’s en alpaca’s. Zoals bij alle dieren geldt, het is belangrijk om van te voren goed na te denken en u van informatie te laten voorzien voordat u begint met het houden van deze dieren.
Voor verdere vragen kunt u altijd contact opnemen met de dierenartsenpraktijk.